Ik vind...17-03-2012

Hamlet met polshorloge

Geboren ben ik in 1956, dus ik herinner me hoe De Nederlandse Man er anno 1963 uitzag: volledig gladgeschoren, een kaarsrechte scheiding in het haar, opzij of naar achteren gekamd en met glimmende brillantine erin om het model strak te houden. Vooral kort geknipt en vaak de nek nog uitgeschoren. De enigen die een beetje van dat beeld afweken waren de nozems. Die droegen kolossale vetkuiven met een kippenkont. Meer smaken waren er niet.
Toen afgelopen winter Nederland geurde naar erwtensoep en warme chocomel stak de Elfstedenkoorts weer de kop op en werd toepasselijk ‘De Hel van ‘63’ ingepast in het filmprogramma op TV. Kwam mooi uit, want ik had deze kaskraker uit 2009 nog niet gezien. Met de ‘kachel op 4’ ging ik eens lekker onderuit op de bank.
Hoofdrolspeler Chris Zegers kwam in beeld en ik verslikte me in een wokkel. WAT IS DIT? Zijn lange haren en stoppelbaard waarmee we hem in 2012 wekelijks op TV voorbij zien komen! In een film die speelt in 1963?
Dan ben ik meteen eruit. Weg kijkgenot! Dan erger ik me aan zoveel knulligheid en vraag me af wat er mis is gegaan. Hebben de financiers van de productie geëist dat aan het uiterlijk van deze Bekende Kop niets veranderd mag worden om te voorkomen dat de bioscoopbezoekers Chris Zegers er niet meer in herkennen? Is het ijdelheid van Chris of neemt hij zijn rol niet serieus? Had hij soms nog andere contracten lopen waarin staat dat hij zijn haar niet mag knippen? Hebben regisseur en zijn medewerkers dit over het hoofd gezien? Was er in het budget geen ruimte voor controle op historische correctheid of werd het gewoon niet belangrijk gevonden? Heeft niemand van de totale crew en cast er een opmerking over gemaakt, zo van: “Sorry jongens, dat ik even onderbreek, maar in 1963 was er geen enkele Elfstedenrijder die lang haar droeg…”
Terwijl dit allemaal door mijn hoofd spookt rijdt er een Volkswagen uit de jaren ’70 door het beeld en meerdere auto’s uit dat decennium zullen volgen. Tussendoor hoor ik taal die 50 jaar geleden niet bestond, met als dieptepunt het door Chris uitgesproken zinnetje: “Dit gaat niet lukken.” Wat hij zegt is een typisch voorbeeld van Nieuwe Taal, zinsconstructies van de laatste tien jaar van deze eeuw. In 1963 zei je “Dat is onmogelijk.” of gewoon “Dat kan niet.”
Tot diep in de fifties werden nog van die klassieke ‘rooie oortjes-westerns´ gemaakt. Zwart/wit in beeld en verhaal. Met gladgeschoren en perfect gekapte cowboys, voorzien van parelwitte tanden en brandschone kleding. Alsof ze tijdens de struggle for live in het Wilde Westen tijd hadden voor persoonlijke verzorging! En we gelóófden het ook nog allemaal (en zagen tevens niet dat die indianen geschminkte blanke acteurs waren). Maar we zijn nu een halve eeuw verder.
Als een amateurvereniging Shakespeare in klassieke enscenering opvoert, Hamlet zijn handen ten hemel heft en er een polshorloge verschijnt, dan wordt daar vergeeflijk om gegniffeld. Van een professionele miljoenenproductie mag je dergelijke fouten niet verwachten.

© Maarten Brorens