Ik vind...06-07-2013

Een ander willen zijn

Wat is dat toch, die drang iemand anders te willen zijn?
Nou ja, een beetje snap ik het wel. Toen ik jong en erg onzeker was, wilde ik Elvis zijn. Lekker muziek maken en aanbeden worden. Dat leek me tof. Ik kamde mijn haar in een kuif en probeerde zijn mimiek over te nemen. Achteraf maar goed dat ik Elvis niet was. Godallemachtig, wat was die man eenzaam en verdrietig!
Zojuist heb ik de Argentijnse film ‘The Last Elvis’ gezien. (Waarom doen duizenden Elvis-imitators die kitscherig geklede, kortademige en gedrogeerde entertainer na en niet de revolutionaire, opzwepende rocker uit de fifties? Maar dit terzijde.) De hoofdpersoon gaat een stap verder dan naspelen, kruipt als het ware in zijn idool en verliest alle zicht op de realiteit.
Gelukkig ben ik geen Elvis-imitator gebleven.
“Het leven leerde mij dat ik goed ben zoals ik ben, dat ik me niet hoef te verschuilen achter een ander persoon in een panische zoektocht naar genegenheid en liefde.”
Dit vertelde ik aan een goeie vriend. Trots op deze volzin voegde ik eraan toe: “Nou, hoe zei ik dat?”
Hij keek me spottend aan: “Man, wat braak jij een onzin uit. Je doet niet anders dan een ander zijn. Je bent acteur!”
“Úúhh, ja….”
Hij had een punt! Ik wil dus tóch infiltreren in andermans lichaam en geest. Maar…enkel omdat ik dat ontzettend leuk vind en gretig zoveel mogelijk verschillende personages zelf wil doorleven. In een dramafilm - om maar eens wat te noemen - als alcoholist een verkeersongeluk veroorzaken, terwijl ik enkele dagen later voor een instructievideo in de rol van opsporingsambtenaar een dronken weggebruiker bekeur.
Wellicht dat ik juist dáárom mezelf kan zijn. Omdat ik als acteur in mijn eigen ziel de uitersten mag opzoeken, telkens weer iemand ‘anders’ ben.
Och, misschien dat ik alsnog eens Elvis speel. Wie weet?

© Maarten Brorens